We moeten de exploitatie en het gebruik van gebouwen zo veel mogelijk optimaliseren. Residentiële gebouwen kunnen worden gebruikt als hotel, voor co-living of als woningen die geschikt zijn om te werken, te wonen en lessen te volgen. Steden trachten zich zo goed mogelijk aan te passen aan klimaat- en andere factoren en tegelijk hun milieu-impact te verminderen. Met het oog hierop zetten ze in op de circulaire economie en met name op het hergebruik van materialen.

Het TrendBook ‘De stad van morgen: inclusief en veerkrachtig’ biedt analyses van experts en vooraanstaande architecten, lokale expertise en cijfergegevens. Het toont hoe ons stedelijk landschap eruitziet en zoekt uit hoe het kan evolueren.

Waar het nu om draait is veerkracht die vertrekt van hergebruik, herstructurering, omkeerbaarheid, herbestemming, bodemontharding, regeneratie, heroriëntatie enz. Stuk voor stuk transformerende begrippen die moeten worden omgezet in de belofte te bouwen aan duurzaam vastgoed dat helemaal in het teken staat van levenskwaliteit.

Thierry_Laroue_Pont
Thierry Laroue-Pont
Chairman & Chief Executive Officer BNP Paribas Real Estate

Hoe winnen steden aan veerkracht?

De coronacrisis brengt de bestaande initiatieven van steden in een stroomversnelling. Voormalige zakenwijken zijn omgevormd tot multifunctionele buurten met gebouwen voor gemengd gebruik, de mobiliteit is uitgebreid met groenere oplossingen en de inwoners zijn steeds meer gaan participeren in de ontwikkeling van stadsprojecten. De verandering is al bezig!

Sommige experts, zoals Victoria Lee, specialist in strategieën voor stadsontwikkeling, zijn echter van mening dat we nog innovatiever te werk moeten gaan om te komen tot steden die beantwoorden aan hoe we ze willen gebruiken, met ruimtes die worden aangepast voor gebruik overdag én ’s nachts. Dit voorstel kan eventueel social distancing bevorderen door bijvoorbeeld winkels langer open te houden en mensen op verschillende momenten te laten werken: het idee van de stad die nooit slaapt. “Governance is voor mij de ruggengraat van het succes van de veerkrachtige stad van morgen. Dit kan alleen met een duidelijke en gestructureerde visie. Daarom is de politieke wil van de verkozenen die de stad uittekenen essentieel”, aldus Olivier Bokobza, gedelegeerd algemeen directeur van BNP Paribas Real Estate verantwoordelijk voor promotie.

Logistiek in de stad en de laatste kilometer van de leveringsketen

Door de coronacrisis en de boom van de e-commerce en click-and-collect wordt logistiek steeds belangrijker voor de goede werking van onze steden. De plaatselijke overheden hebben echter onvoldoende geanticipeerd op de behoefte aan en de ontwikkeling van specifieke infrastructuur. Het creëren van hubs in het stadscentrum of de voorstad is cruciaal om aan de eisen van klanten en handelaars te voldoen. “Meer goederen betekent ook meer verkeer en meer parkeerbehoefte om de producten te kunnen lossen”, aldus Oliver Wissel, directeur Logistiek & Industrie Europa bij BNP Paribas Real Estate.

Het regelen van de logistiek in de stad is dan ook een cruciaal gegeven, net als de behoefte aan mobiliteit in de stad.

De natuur als inspiratie voor de stad

Omkeerbaarheid en circulaire economie zijn twee onmisbare concepten voor de stad van morgen als we onze hulpbronnen en ecosystemen zo goed mogelijk willen beschermen. Circulaire economie slaat met name ook op het hergebruiken van materialen en het recycleren van afval. De Europese Commissie heeft in maart 2020 een specifiek actieplan goedgekeurd dat dit concept – plus bepaalde vereisten – integreert in het ontwerp van onze toekomstige gebouwen.

Biodiversiteit is ook de sleutel tot een beter milieu. “Het is de bedoeling om vastgoedprojecten uit te tekenen die rekening houden met de lokale biodiversiteit, om de impact op het natuurlijke en menselijke milieu te beperken”, vertelt Catherine Papillon, verantwoordelijke MVO van BNP Paribas Real Estate. Werken naar een veerkrachtigere en inclusievere stad is een grote uitdaging! Hiervoor moeten we niet alleen samenwerken met de lokale verkozenen, de bedrijven uit de gemengde economie en de verantwoordelijken voor ruimtelijke ordening, maar ook de inwoners zelf betrekken.